Dit onderzoeksprogramma onderzocht de mogelijkheden en beperkingen van adaptatie- en verdedigingsstrategieën gericht op het ‘meebewegen’ met de zeespiegelstijging, waarmee Nederland ook bij hoge scenario’s van zeespiegelstijging leefbaar gehouden kan worden (i.e. bij meer dan 2 meter stijging van de zeespiegel). Het programma onderzocht voor de lange-termijn oplossingsrichting ‘Meebewegen’ welke maatregelen (‘bouwstenen’) hiervoor denkbaar zijn en hoe deze tot technisch en fysisch realistische en uitvoerbare adaptieve strategieën geassembleerd kunnen worden. Hiertoe werd een duidingskader en ontwerprichtlijnen ontwikkeld. In het programma is ook onderzocht hoe deze maatregelen invloed kunnen hebben op andere gebruiksfuncties (o.a. natuur, recreatie, scheepvaart, visserij, woongebieden en industrie). Ook onderzochten we de mogelijkheden om functies te combineren. Hieruit is een overzicht naar voren gekomen van het doelbereik op het vlak van kustveiligheid, waterafvoer van rivieren en zoetwaterbeschikbaarheid, neveneffecten en meekoppelkansen van deze bouwstenen. Ook werd hiermee een basis gelegd voor het borgen van voldoende adaptiviteit/aanpassingsmogelijkheden van de ruimtelijke inrichting om toekomstige meebewegende oplossingsrichtingen mogelijk te houden, maar ook waar grenzen liggen aan adaptiviteit. Bevindingen van experts werden getoetst en verrijkt in een proces met partijen uit de totale kennis- en projectketen, waardoor een gezamenlijk gedragen kennisbasis ontstond tussen de overheid, kennisinstellingen en private partijen, zowel ingenieursbureaus als uitvoerend bedrijfsleven (joint-fact-finding). Resultaat is een gedragen methodiek (richtlijnen en duidingskader) voor het uitwerken en beoordelen van meebewegende oplossingen.
Vervolgens werden bouwstenen in een proces van ontwerpend onderzoek samengevoegd tot onderscheidende ‘principe meebewegende oplossingsrichtingen’. De ontwikkelde methodiek is getoetst door deze toe te passen op deze principe oplossingsrichtingen en/of bestaande meebewegende plannen. Dit gaf een eerste inzicht in de kansen, beperkingen en haalbaarheid van onderscheidende principe oplossingsrichtingen.
Tot slot geven de resultaten inzicht in de benodigde kennisontwikkeling- en innovatiebehoefte voor toekomstige meebewegende oplossingsrichtingen.

Dit voorstel stelt zich ten doel te komen tot een technisch en fysisch realistische representatieve ontwerpschets (met logische varianten) van een meebewegende oplossingsrichting voor de bescherming tegen en de adaptatie aan versnelde zeespiegelstijging. Hiertoe verkent het project de effectiviteit van mogelijke bouwstenen (bijvoorbeeld functiewijzigingen, vlucht-infrastructuur, opgehoogde/drijvende gebouwen, migratie), worden bouwstenen tot doelmatige oplossingen geassembleerd, wordt een duidingskader voor meebewegende oplossingen gemaakt, worden neveneffecten in kaart gebracht op bijvoorbeeld waterkwaliteit, scheepvaart, netwerken, natuur, landbouw, woningbouw evenals uitvoeringsaspecten m.b.t. aanleg, vervanging en onderhoud. De samenwerking tussen overheid, markt en kennisinstituten levert een gezamenlijke basis van technisch inhoudelijke kennis en uitvoeringsexpertise welke essentieel is voor een realistische, haalbare en uitvoerbare en gedragen ontwerpschets (met logische varianten) van deze meebewegende oplossingsrichting.
In dit proces is niet alleen het technische middel (duidingskader en richtlijnen over maatregelen) gerealiseerd, maar ook een gezamenlijk gedragen kennisbasis gecreëerd in de driehoek overheid, markt en kennisinstituten. Hiervoor zijn 5 hackathons (kennisgedreven intensieve werksessies met een concreet resultaat) gehouden met experts en belanghebbenden. Hierdoor is het na dit project zowel inhoudelijk als qua samenwerking makkelijker tot een gezamenlijke oplossing te komen.

Om voorbereid te zijn op een toekomstig versnelde zeespiegelstijging wil het Kennisprogramma Zeespiegelstijging (KP ZSS) in 2024-2025 komen tot doorrekenbare varianten van mogelijke Lange Termijn Handelingsperspectieven voor bescherming van de Nederland. Hiervoor zijn vier mogelijke toekomstbeelden ontwikkeld, de zogenoemde Lange Termijn (LT) oplossingsrichtingen voor Nederland: zeewaarts, meebewegen, beschermen open en beschermen gesloten. In diverse gebiedsbijeenkomsten is nagedacht over wat de LT-oplossingen voor verschillende regio’s betekenen. Er is echter nog een gebrek aan kennis over de doelmatigheid, technische haalbaarheid en uitvoerbaarheid en effecten van de in deze plannen gebruikte ontwerpmaatregelen (of ‘bouwstenen’). Dit belemmert een concrete beoordeling en verdere uitwerking, onder andere in samenhang met ruimtelijke ordening en (kust)gebruiksfuncties. Het is daarom belangrijk om de kennislacunes in te vullen die er zijn met betrekking tot een technisch en fysisch realistisch ontwerp, de mogelijke effecten en uitvoeringsaspecten van de LT-oplossingen. Dit voorstel gaat in op 1 van de vier oplossingsrichtingen: ‘Meebewegen’.

Het werkplan is opgedeeld in 3 fasen en 5 taken. De voorbereidingsfase, de toepassingsfase en de synthesefase. De oplossingsrichtingen voor Meebewegen zijn onderzocht door opeenvolgend de doelen en belangrijkste bouwstenen in kaart te brengen en het opstellen van een concept-duidingskader (taak 1 en 2). Dit is uitgewerkt in de voorbereidingsfase. In concept zijn neveneffecten van de meebewegende variant verkend om het duidingskader te vullen en hoekpunten te definiëren (taak 3). Op basis van deze analyses zijn principe oplossingen uitgewerkt die de hoekpunten van oplossingsruimte verkennen (taak 4), strategieën. Deze strategieën zijn verder uitgewerkt en getoetst aan het duidingskader om te komen tot een technisch en fysisch realistische ontwerpschets (met logische varianten) van een meebewegende oplossingsrichting. De ontwerpschets met logische varianten geeft inzicht in de haalbaarheid van de meebewegende variant en leveren input voor een kennisagenda.
Alle taken zijn in het tweede, derde en vierde kwartaal van 2023 gerealiseerd. De producten van de taken zijn uitgewerkt door trekkers uit de kerngroep (i.e. participanten van deze TKI) en geverifieerd, verfijnd en verrijkt in hackathons met experts van private partijen (ingenieurs- en ontwerpbureaus en aannemers), kennisinstituten en de overheid.
De randvoorwaarden, uitgangspunten en integratie met adaptatiepaden/ruimtelijke transities ligt meer bij de kennisinstituten. De bouwstenen, neveneffecten en verkennende variantenstudie ligt meer bij de ingenieursbureaus. De uitvoeringsaspecten liggen meer bij de aannemers, maar ook bij de overheden als het gaat om beleidsaanpassingen. Door middel van deze hackathons (expert meetings) is gewaarborgd dat er een gezamenlijke kennisbasis ontstaat in de driehoek overheid, markt en kennisinstituten.

Taak 1: Onderzoek doel, doelbereik en uitgangspunten van Meebewegende strategieën (industrieel)
Richtinggevende doelen van meebewegende strategieën zijn in kaart gebracht en vertaald naar specifiek gedefinieerde fysische en sociaaleconomische doelen. De fysische doelen van meebewegende strategieën zijn geïnventariseerd aan de hand van de in klimaatscenario’s gegeven randvoorwaarden en kennis over de doorwerking van hogere waterstanden op zee op de overstromingsrisico’s van de benedenrivieren. Ook is gekeken hoe de (hydraulische) randvoorwaarden voor de bestaande kustlijn en duinen zullen veranderen. Op basis van verwachte sociaaleconomische ontwikkeling is een overzicht opgesteld van kansen en knelpunten in relatie tot ruimtelijke ordening, en mogelijke nevendoelen voor een meebewegende strategie. In een hackathon zijn bevindingen besproken, getoetst en waar nodig aangevuld. Mogelijke koppelkansen met natuurontwikkeling of multifunctioneel landgebruik (bijv. in het kader van voedselvoorziening, energietransitie, etc.) zijn meegenomen als optionele doelen. De doelen, het doelbereik en de uitgangspunten van meebewegende strategieën zijn door de ingenieursbureaus, kennisinstituten en overheidspartners voorbereid en na de hackathon verder uitgewerkt. Op basis van deze informatie is een concept duidingskader opgesteld, een eerste stap in het opstellen van richtlijnen en kaders voor het uitwerken van mogelijke oplossingsvarianten.
Product 1: analyse van fysische en sociaaleconomische doelen en randvoorwaarden voor meebewegende strategieën, concept duidingskader.
Taak 2: Inventarisatie en onderzoek van bouwstenen en (neven) effecten bij 2 m zeespiegelstijging (industrieel / experimenteel)
De mogelijke technisch-ruimtelijke bouwstenen voor de strategie meebewegen is in eerste instantie verkend en in kaart gebracht voor de situatie van 2 m zeespiegelstijging. Bij bouwstenen kan bijvoorbeeld gedacht worden aan eilanden, dammen, binnenmeren, natuurgebieden, (water) infrastructuur etc. Maar ook aan wijzigingen in het ruimtegebruik van gebieden, bijvoorbeeld bij hogere overstromingsfrequenties en voortgaande verzilting. Zo veel mogelijk is dit gedaan voor de verschillende regio’s met eigen karakteristieken (Randstad, Noord-Nederland, rivierengebied, IJsselmeergebied, ZW-delta). Een eerste indicatie van de (neven)effecten is geïnventariseerd. Co-creëren In een hackathon is onderdeel van deze stap. De uitkomsten worden waar nodig verrijkt met experts vanuit de sector.
Product 2: uitgewerkte bouwstenen en eerste indicatie van effecten voor een strategie bij 2 m zeespiegelstijging.
Taak 3: Inventarisatie en onderzoek van bouwstenen en (neven) effecten bij 5 m zeespiegelstijging (industrieel / experimenteel)
In een vervolgstap is de analyse uitgebreid voor een situatie bij 5 m zeespiegelstijging. Er is waar mogelijk doorgebouwd op de uitkomsten van stap 2 (2 m zss), maar vooral is aan de orde gekomen welke fundamentele veranderingen in waterbeheer en landgebruik (wonen, netwerken, landbouw) mogelijk, of nodig of wenselijk zijn bij deze veel extremere zeespiegelstijging. Ook in deze stap vindt een verkenning plaats van (neven)effecten van de strategie. Ter inspiratie zijn de resultaten uit de regiobijeenkomsten van het kennisprogramma zeespiegelstijging gebruikt. De (neven)effecten zijn, waar mogelijk, concreet gemaakt met meetbare targets. In deze 3e stap is aandacht geweest voor de adaptatiepaden tussen de strategie (en de bouwstenen) bij 2 m en bij 5 m zeespiegelstijging.

Product 3: uitgewerkte bouwstenen en eerste indicatie van effecten voor een strategie bij 2 m zeespiegelstijging.
Taak 4: Uitwerken van oplossingsruimte en adaptatiepaden voor strategie meebewegen (experimenteel)
In taak 4 is nader onderzocht welke adaptatiestrategieën mogelijk en/of nodig zijn voor ‘meebewegen’. Hierbij is ook veel aandacht geweest voor de consequenties van deze strategie op de economie, het investeringsklimaat en voor de sociaal-culturele gevolgen van deze oplossingsrichting. Immers, het is (deels) een vrij radicale koersverandering in de manier waarop “we als Nederlanders omgaan met de bedreiging van overstroming”. Dat heeft ook belangrijke culturele aspecten.
Daarnaast zijn in deze stap de uitvoeringsaspecten uitgewerkt. Dat betreft zowel de fysieke uitvoeringsaspecten (grondverzet, infrastructuur, etc.), als de beleidsmatige uitvoeringsaspecten (bestemmingswijzigingen, regelgeving, etc.).
Product 4: uitwerking van mogelijke adaptatiestrategieën, aanscherping van de (neven)effecten met sociaaleconomische en culturele gevolgen. Uitvoeringsaspecten.
Taak 5: Coördinatie en synthese van bevindingen: conclusies en kennisagenda (industrieel)
Om ervoor te zorgen dat het consortium gezamenlijk komt tot een passend projectresultaat was coördinatie, aansturing en integratie nodig, deze activiteit valt onder taak 5. De bevindingen van de studie zijn samengebracht in een eindrapport.
Op basis van de ervaring met de verkende oplossingsrichtingen voor meebewegende strategieën kunnen is het duidingskader verder in- en aangevuld, waarmee eenvoudiger een uitwerking te maken viel voor een technisch en fysisch realistische representatieve ontwerpschets van de meebewegende strategie. Deze meest representatieve ontwerpschets is verder uitgewerkt in een hackathon inclusief de meest logische varianten op de ontwerpschets. Voor deze uitwerking zijn mogelijke neveneffecten en uitvoeringsaspecten meegenomen. Aan de hand van de uitwerking en discussie is de kennisagenda aangevuld.
Dit onderdeel werd getrokken door de ingenieursbureaus en kennisinstituten. De eindrapportage is aangevuld met een kennis- en innovatieagenda.
Product 5: Condensatie tot een zo representatief mogelijke variant. Richtlijnen voor uitwerken van meebewegende strategieën en duidingskader ter beoordeling. Eindrapportage en kennisagenda.

Narratief
Er zijn verschillende plannen gepresenteerd voor (elementen van) de strategie Meebewegen. Deze initiatieven zijn in zichzelf zeer innovatief, omdat ze buiten gebaande paden van het huidige veiligheidsbeleid treden. Dit brengt echter ook met zich mee dat meebewegende ideeën zelden goed gevalideerd zijn op doelmatigheid, uitvoerbaarheid en concrete analyses van de neveneffecten ontbreken. Er is daarom een grote behoefte aan goede richtlijnen (wat te doen, hoe en waarom) en een duidingskader (hoe zaken kunnen worden getoetst en beoordeeld en waarmee rekening kan worden
gehouden). Er is inzicht nodig over mogelijke haalbare strategieën voor de meebewegende variant als input voor vervolgonderzoek en ontwikkeling van toekomstscenario’s voor Nederland. Ook is er behoefte aan gedeelde kennis over de effecten van meebewegende maatregelen, zodat er een breed gedeelde basis is voor de beoordeling van maatregelen.

Technology Readiness Level (TRL)
Doel was om te komen tot concrete richtlijnen en aanbevelingen voor de elementen waaruit een strategie meebewegen zou moeten bestaan en de maatregelen die daar bij horen, welke op onderdelen gevalideerd zullen worden met eenvoudige berekeningen. In dit project zijn bestaande technologieën toegepast (zoals ringdijksteden, bouwen op water, landspiegelstijging), maar in een heel andere context. Namelijk een context van grootschalige meebewegen als oplossingsrichtingen (geheel anders dan de huidige veiligheidsstrategie) en lange-termijn klimaatverandering (veel verder in de toekomst) en onzekere extreme zeespiegelstijging. Dit brengt met zich mee dat er schaalsprongen in bestaande maatregelen nodig zijn (functiewijzigingen grondgebruik, alternatieve evacuatiestrategieën, beperkte bouw in diepe polders, drijvend bouwen), ontwerpen adaptief moeten zijn en effecten kunnen optreden die bij huidige projecten niet aanwezig zijn. De technologie in dit project zit daarom op een niveau TRL=4 dat wel eerder is laten zien in kleinschalige toepassingen, maar nog niet is toegepast voor complexe situaties. In deze studie willen we toe naar richtlijnen die ook gedemonstreerd kunnen worden voor meebewegende strategieën (TRL=6).

Zeespiegelstijging leidt wereldwijd tot uitdagingen voor delta’s, Nederland niet in de laatste plaats. Onderzoek naar meebewegende oplossingsrichtingen draagt in eerste instantie bij aan de lange termijn bescherming van en adaptatie aan de bestaande investeringen in de Nederlandse delta en nieuwe ruimtelijke investeringsmogelijkheden in de toekomst. Daarnaast versterkt het onderzoek de positie van Nederland als gidsland voor adaptief deltamanagement.
Anticiperen op zeespiegelstijging vraagt om een complexe en langdurige ruimtelijke transitie, welke oplossingsrichting ook gekozen wordt. Het is hiervoor van groot belang dat binnen ruimtelijke-economische sectoren een gedeeld beeld ontstaat van de uitdaging van zeespiegelstijging en mogelijke oplossingsrichtingen. Op dit moment is dat nog niet het geval, gezien de soms verschillende zienswijzen van experts. Een belangrijke nevendoelstelling voor dit onderzoeksvoorstel is dan ook het realiseren van een gedeeld beeld van opgave en oplossingsrichtingen. De valorisatie richt zich dan ook in sterk mate op de communicatie van de kennis over de meebewegende oplossingen. Valorisatie van bovengenoemde producten vindt op de volgende manier plaats.

Valorisatie door wie? Hoe? Wanneer?
Product 1: Analyse van fysische en sociaaleconomische doelen en randvoorwaarden voor meebewegende strategieën
Toepassing door overheid en bedrijfsleven De afgeleide Randvoorwaarden en doelstellingen van meebewegende strategieën zullen binnen het kennisprogramma zeespiegelstijging (door staf Deltacommissaris en kennisinstituten) gebruikt worden voor beoordelen en doorrekenen van meebewegende oplossingsrichtingen. Hierin dragen ze bij aan een goede afweging van de doelmatigheid van maatregelen. Ook het Nederlands bedrijfsleven (partners in deze samenwerking) heeft baat bij gedeelde kennis over toekomstige scenario’s en een concretisatie van de doelen die kunnen worden verwezenlijkt met meebewegende oplossingen.
Vanaf 2023

Basis voor kennisontwikkeling De analyses van randvoorwaarden zullen aanleiding geven voor onderzoek naar de te verwachten klimatologische en sociaaleconomische condities na het jaar 2100 door universiteiten en kennisinstituten. Hier is op dit moment beperkte kennis over.
na 2023

Product 2 en 3: uitgewerkte bouwstenen en eerste indicatie van effecten voor een strategie bij 2 m zeespiegelstijging en bij 5m zeespiegelstijging
Toepassing door overheid en bedrijfsleven Kennis over adaptiviteit van bouwstenen van meebewegende oplossingen dient als basis voor ruimtelijke inrichting en investeringsopgaven door (regionale) overheden en als basis voor het kennisprogramma zeespiegelstijging (door Staf Deltacommissaris). Ook het Nederlands bedrijfsleven kan deze kennis over de losse bouwstenen gebruiken voor ruimtelijke ontwerp- en realisatievraagstukken in (internationale) projecten.
Binnen het kennisprogramma zeespiegelstijging (door Staf Deltacommissaris) is er het voornemen om vanaf 2H 2023 een vervolgtraject te starten waarin verschillende (meebewegende) oplossingsrichtingen tegen zeespiegelstijging worden uitgewerkt. De neveneffecten van strategieën zijn zeer belangrijk in de analyse van kosten en baten, maar zijn meestal beperkt uitgewerkt in de plannen die inmiddels zijn gemaakt door private partijen. Door een breed-gedragen overzicht van neveneffecten te realiseren én beschikbaar te maken zullen lange-termijn toekomstvisies op de Nederlandse kust breder afgewogen worden door de planmakers (met name kustnatuur). Het Nederlands bedrijfsleven kan de kennis over
vanaf 2023

Valorisatie door wie? Hoe? Wanneer?
neveneffecten gebruiken in ruimtelijke ontwerp- en realisatievraagstukken, en heeft hiermee ook internationaal een voorsprong.
Basis voor kennisontwikkeling Het onderzoek zal bij universiteiten en kennisinstituten aanleiding geven tot onderzoek naar klimaat-adaptieve bouwstenen voor meebewegen. Naast het toetsen van effectiviteit van maatregelen gaat dit ook om mogelijk vervolgonderzoek naar doorrekening van effectiviteit van bouwstenen voor veiligheid en leefbaarheid.
Universiteiten en kennisinstituten zullen de oplossingsrichtingen ook zien als aanleiding voor een onderzoeken naar effecten op waterkwaliteit, grondwater, kuststabiliteit, duin- en onderwaternatuur (of biodiversiteit in het algemeen) etc.
na 2023

Product 4: uitwerking van mogelijke adaptatiestrategieën, aanscherping van de (neven)effecten met sociaaleconomische en culturele gevolgen. Uitvoeringsaspecten
Toepassing door overheid en bedrijfsleven Binnen het kennisprogramma zeespiegelstijging (door Staf Deltacommissaris) is er het voornemen om vanaf 2H 2023 een vervolgtraject te starten waarin verschillende (meebewegende) oplossingsrichtingen tegen zeespiegelstijging worden uitgewerkt. De kaders die hier worden gegeven bieden hiervoor een startpunt. Ook het Nederlands bedrijfsleven kan de kennis over effectieve meebewegende oplossingen gebruiken in ruimtelijke ontwerp- en realisatievraagstukken, om zodoende realistische strategieën uit te werken. Dit zorgt voor een kennisvoorsprong
vanaf 2023
Basis voor kennisontwikkeling Universiteiten en kennisinstituten zullen de oplossingsrichtingen zien als aanleiding voor een variëteit aan nadere onderzoeken.
na 2023
Product 5: Condensatie tot een zo representatief mogelijke variant. Richtlijnen voor uitwerken van meebewegende strategieën en duidingskader ter beoordeling. Eindrapportage en kennisagenda
Toepassing door overheid en bedrijfsleven De rapportage die opgesteld wordt zal publiek beschikbaar komen vanuit het kennisprogramma zeespiegelstijging. De richtlijnen en het duidingskader geven richting aan het werk in het vervolgtraject dat vanaf 2H 2023 zal starten (vanuit Staf Deltacommissaris). Ook het Nederlands bedrijfsleven heeft baat bij het duidingskader en de ontwerpschets die kunnen worden afgegeven voor meebewegende strategieën.
vanaf 2023
Basis voor kennisontwikkeling Universiteiten en kennisinstituten zullen het duidingskader en de ontwerpschets zien als aanleiding voor onderzoeken naar de effectiviteit van meebewegende alternatieven van kustverdediging en de daarmee samenhangende effecten.
na 2023

Gezien het beoogde nevenresultaat om met dit onderzoek bij te dragen aan een gedeeld beeld van opgave en oplossingsrichtingen binnen de ruimtelijk-economische sectoren is het van belang om data en resultaten open toegankelijk te maken en transparant en herleidbaar vast te leggen.
De resultaten worden via een rapportage publiek toegankelijk gemaakt door publicatie via het kennisprogramma zeespiegelstijging. Ook wordt onderzocht of het wenselijk is de resultaten beschikbaar te maken via de communicatiekanalen van het NWP of de Topsector Water & Maritiem. Ze zijn daarmee toegankelijk en toepasbaar voor alle partijen, binnen en buiten het consortium Meebewegen.
Het consortium werkt transparant en herleidbaar vanuit een ‘dare to share’-filosofie en door toepassing van de FAIR-principes (Findable, Accessible, Interoperable, Reusable) voor datamanagement en resultaten. Alle resultaten zijn voor iedereen toegankelijk, reproduceerbaar en de herkomst, bewerking en betrouwbaarheid van data zijn bekend. Kaartmateriaal en data die zijn opgesteld binnen dit onderzoek worden publiek toegankelijk gemaakt. Brondata blijven eigendom van de partij die deze data heeft ingebracht. IP op de producten wordt in redelijkheid toegekend aan de partijen die dit hebben ingebracht.

Communicatie is een cruciaal onderdeel van dit onderzoek, gezien het nevendoel om bij te dragen aan een gedeeld beeld van opgaven en oplossingsrichtingen voor zeespiegelstijging. Belangrijke doelen van de communicatie zijn:
• Een breed publiek van stakeholders informeren over de opgave van zeespiegelstijging, de aanpak van dit onderzoek en de resultaten. Dit moet bijdragen aan een gedeeld beeld van opgaven en oplossingsrichtingen en de ruimtelijke gevolgen hiervan.
• Partijen binnen ruimtelijk-economische sectoren de mogelijkheid bieden om hun kennis in te brengen en te participeren in dit onderzoek.
Op de volgende manier heeft communicatie plaatsgevonden:
Communicatie van de aanpak en resultaten van het onderzoek:
• Aanpak (bij aanvang) en resultaten (na afloop) van het onderzoek worden gedeeld via een persbericht (zo mogelijk via vakbladen), NWP, rechtstreekse benadering van relevante experts, en de gangbare communicatiekanalen van Staf Deltacommissaris en de Topsector Water & Maritiem.
Communicatie om partijen de mogelijkheid te bieden hun kennis in te brengen en te participeren in het onderzoek:
• Tijdens de Waterbouwdag 2022 is aangekondigd dat een verdere uitwerking van lange termijn oplossingsrichtingen zeespiegelstijging zal plaatsvinden binnen drie consortia: Zeewaarts, Meebewegen en Beschermen open/gesloten. Deze oproep is overgenomen in Waterforum;
• In december 2022 is het initiatief gepresenteerd en besproken in het kernteam deltatechnologie van de Topsector Water & Maritiem, waarbij de vertegenwoordigers gevraagd zijn hun achterban op te roepen hun kennis in te brengen in dit onderzoek;
• Een kerngroep en schil van experts is geselecteerd door een oproep voor CV’s via de branche-organisaties en de Topsector Water & Maritiem;
• Na start van het onderzoek worden partijen breed uitgenodigd hun kennis in te brengen in drie hackatons. Het maximaal aantal deelnemers voor deze hackatons bedraagt ca. 40 á 50. Partijen worden daarom gevraagd hun toegevoegde waarde te motiveren. Deze aankondiging wordt gecommuniceerd via een persbericht (zo mogelijk via vakbladen), de brancheorganisaties, rechtstreekse benadering van relevante experts, en de gangbare communicatiekanalen van Staf Deltacommissaris en de Topsector Water & Maritiem.

Het consortium werkt transparant en herleidbaar vanuit een ‘dare to share’-filosofie en door toepassing van de FAIR-principes (Findable, Accessible, Interoperable, Reusable) voor datamanagement en resultaten. Alle resultaten zijn voor iedereen toegankelijk, reproduceerbaar en de herkomst, bewerking en betrouwbaarheid van data zijn bekend. Kaartmateriaal en data die zijn opgesteld binnen dit onderzoek worden publiek toegankelijk gemaakt. Brondata blijven eigendom van de partij die deze data heeft ingebracht. IP op de producten wordt in redelijkheid toegekend aan de partijen die dit hebben ingebracht.